Er bestaan in de basis twee soorten vragen: open en gesloten. Maar vragen kun je in nog meer categorieën indelen: neutrale / suggestieve vragen, trechtervragen, etc. Vragen zijn zo veelzijdig, dat je ze voor allerlei doelen kunt gebruiken en inzetten. In dit geval gaan we in op inzoomende en uitzoomende vragen. Wat zijn ze en hoe gebruik je ze.
Inzoomende vragen
Net als dat je een microscoop kunt gebruiken om ergens op in te zoomen en uit te zoomen, kun je vragen ook gebruiken om in te zoomen, uit te zoomen. Om in te zoomen, stel je eerst een vraag die het grote plaatje geeft. “Van welk bedrijf ben je?” Vervolgens ga je door middel van vragen stellen steeds meer inzoomen. “Wat doet jouw bedrijf?”, “Wat is jouw rol binnen het bedrijf?”, “Wat houden jouw werkzaamheden dan in?” “Wat voor werk doe je precies aan de telefoon?”, etc. Je merkt dat je van het hele bedrijf uiteindelijk uitkomt bij de werkzaamheden van de persoon waarmee je in gesprek bent.
Uitzoomende vragen
Andersom kan het natuurlijk ook. Je stelt dan uitzoomende vragen. Je maakt daarmee het perspectief breder. “Wat voor werk doe je?”, “Wat voor functienaam horen er bij jouw werkzaamheden?”, “Bij welk bedrijf doe je dat?”
In- en uitzoomen is een mooie techniek om een breder of juist een nauwer perspectief op een zaak te krijgen. De basistechniek die je daarvoor toepast is doorvragen. Het maakt daarbij niet uit of je open of gesloten vragen stelt.
Wat ik bedoel te zeggen…
In dit boek vind je uitleg over de belangrijkste communicatievaardigheden die je nodig hebt om klanten de ultieme klantervaring te geven. Superpraktisch en boordevol tips.