Metacommunicatie bestaat uit de woorden: meta en communicatie. Meta is een Grieks voorvoegsel en betekent: betreffende het onderwerp zelf. Dus is metacommunicatie: communicatie over de communicatie zelf. En dat is het ook precies. Je praat niet over de inhoud – wat er wordt gezegd, maar over hoe er wordt gecommuniceerd. We vertellen je graag over wat metacommunicatie precies is, wanneer je het toepast en hoe je het toepast. Het is een vaardigheid die je verder helpt in communicatie aan de telefoon, op de chat of in een face-to-face gesprek.
Paul Watzlawick
Paul Watzlawick was een Oostenrijks-Amerikaansepsycholoog en filoloog die bekendstaat als een van ’s werelds meest vooraanstaande communicatiewetenschappers. Hij heeft de 5 grondbeginselen van communicatie opgesteld:
- Het is onmogelijk om niet te communiceren.
- Iedere communicatie bezit een inhouds- en betrekkingsaspect.
- De aard van een betrekking is afhankelijk van de interpunctie van de interacties tussen de communicerende personen.
- Mensen communiceren zowel digitaal als analoog.
- Communicatie tussen mensen is symmetrisch of complementair, afhankelijk of de relatie gebaseerd is op gelijkheid of verschil.
Metacommunicatie valt onder het tweede beginsel. Hij zegt daar dat communicatie een inhoudsaspect bezit. Dat is dus wat er wordt gezegd. Maar het bezit ook een betrekkingsaspect, dat is de relatie tussen de personen die met elkaar communiceren. En over dat laatste gaat metacommunicatie.
Er zijn twee vormen van metacommunicatie. Het vindt zowel intern als extern plaats. Bij interne metacommunicatie evalueer je hoe je zelf communiceert. Bij externe metacommunicatie bespreek je de communicatie met anderen. In beide gevallen bekijk je van een afstandje de communicatie.
Wanneer gebruik je metacommunicatie?
Volgens Paul Watzlawick pas je metacommunicatie toe op het moment dat er een stoornis is in de communicatie. Als je het gevoel hebt dat je langs elkaar heen praat. Bijvoorbeeld in een conflict. Het kan heel goed zijn dat je tijdens een conflict het gevoel hebt dat je niet wordt begrepen door de ander. Dan kun blijven doorgaan op de inhoud, maar daarmee kom je niet verder. Het is dan handiger om het over de manier van communiceren te hebben. Je lost daarmee de storing of miscommunicatie op en je verbetert de gesprekssfeer. Maar waar ga je het dan over hebben?
Welke soorten metacommunicatie zijn er?
Als je het over metacommunicatie gaat hebben, dan kun je je richten op vier onderwerpen:
- De inhoud: daarbij richt je je op de inhoud. Stel dat iemand afdwaalt en je het plotseling over iets heel anders hebt, dan waarover in eerste instantie het gesprek ging, kun je ingrijpen door middel van metacommunicatie.
- De procedure: dan wil iemand bijvoorbeeld iets met je bespreken, terwijl jij bijvoorbeeld eerst wil doornemen hoe het besproken gaat worden (de procedure).
- De interactie: dan heb je het over hoe je met elkaar omgaat. Bijvoorbeeld dat je afspreekt dat geen enkel onderwerp taboe is en alles gezegd mag worden.
- De emotie: dan gaat het over de gevoelens die in het gesprek een rol spelen. Je benoemt dan bijvoorbeeld het gevoel dat je vermoedt bij de ander (affectieve reflectie).
Als je in een gesprek dat niet lekker loopt, overschakelt op metaniveau, kun je het gesprek vaak openbreken. Dat doe je door opmerkingen als: “Ik zie dat je een twijfelachtig gezicht trekt. Wat heb ik gezegd, waardoor je twijfelt?” (emotie) of “Ik merk dat je meteen naar de oplossingen wilt kijken. Ik vind het prettig om eerst naar de oorzaken te kijken.” (procedure).
Metacommunicatie gaat dus over het betrekkingsniveau in de communicatie en heeft als doel om de communicatie te verduidelijken, te verbeteren. Deze vaardigheid is belangrijk in gesprekken met klanten, patiënten, huurders of cliënten aan de telefoon, op de chat of in een face-to-face gesprek.
Wat ik bedoel te zeggen…
In dit boek vind je uitleg over de belangrijkste communicatievaardigheden die je nodig hebt om klanten de ultieme klantervaring te geven. Superpraktisch en boordevol tips.