Ga naar de inhoud

Verkooptest verkoopbuitendienst

Wil je weten hoe goed je bent in verkopen? Of wil je weten hoe goed jouw medewerkers zijn in verkopen? Hieronder vind je een korte test voor verkoopbuitendienstmedewekers die goederen of diensten verkopen aan andere bedrijven. Met deze verkooptest bepaal je hoe goed je bent in verkopen. Je vult de test in en je ontvangt direct de uitslag. De gegevens die je invult, verwerken wij niet (zie ons privacy statement).

verkoopbuitendiensttest

De pittige verkoopbuitendiensttest bestaat uit 15 multiplechoicevragen. Je kunt in totaal 15 punten scoren. Vanaf 10 punten heb je een voldoende. De uitslag van de test en enkele tips ontvangt je direct na het voltooien van de test. Succes!


1. Je voert een telefoongesprek met een prospect. Deze laat merken dat hij geen belangstelling heeft voor je product. Wat doe je? (1 pt)

 
 
 

2. Waar draait het om in de verkoop? (1 pt)

 
 
 

3. Als een klant een bezwaar opwerpt, ga je er als volgt mee om: (1 pt)

 
 
 

4. Je hebt een verkoopgesprek met een medewerker van een prospect. Alle vragen van de prospect komen aan bod en de medewerker lijkt overtuigd. Op het eind van het gesprek komt zijn leidinggevende erbij. Je geeft hem een hand en je stelt je voor. Wat doe je daarna? (1 pt)

 
 
 

5. Je hebt de afgelopen dagen een lijst opgesteld met prospects die je deze ochtend gaat bellen. Nadat je de contactpersoon goedemorgen hebt gewenst en u zich hebt voorgesteld, wat ga je vervolgens doen in het telefonische acquisitiegesprek? (1 pt)

 
 
 

6. Je brengt een bezoek aan een prospect. Aan het einde van het gesprek vraagt hij of jullie korting geven voor grote partijen. Is deze klant bereid iets bij jou te kopen? (1 pt)

 
 

7. In het gesprek met de klant gaat het op een gegeven moment over de prijs. De klant zegt: “Jullie zijn te duur.” Wat doe je? (1 pt)

 
 
 

8. Aan het einde van het gesprek met een klant heb je zojuist een prijs afgesproken. Wat doe je? (1 pt)

 
 
 

9. Je had een interessant gesprek bij een relatie waarmee je al jaren zaken doet. Hij vraagt je een offerte te maken. Wat doe je? (1 pt)

 
 
 

10. Je bent op gesprek bij een grote klant en hebt een gesprek met de directeur. Deze kijkt voortdurend op zijn horloge. Hoe ga je hiermee om? (1 pt)

 
 
 

11. Je belt een prospect op. Je wenst hem goedemorgen, je stelt je keurig voor en je vraagt of het schikt. De klant reageert met: “U krijgt van mij 5 minuten om uw verhaal te doen.” Wat doe je? (1 pt)

 
 
 

12. De klant brengt tijdens het gesprek een product / dienst van een concurrent ter sprake. Hij vraagt waarom hij voor jouw bedrijf zou moeten kiezen. (1 pt)

 
 
 

13. Je hebt een aangenaam gesprek met een relatie. Het gaat om een grote order. De relatie heeft de bevoegdheden om een beslissing te nemen. Toch wil de relatie maar geen besluit nemen. Wat doe je? (1 pt)

 
 
 

14. Je zit in een competitieve markt met veel aanbieders en overcapaciteit. Hoe zorg je ervoor dat je toch je opdrachten binnenhaalt? (1 pt)

 
 
 

15. Een relatie heeft een, in jouw ogen, onterechte klacht over een geleverd product / dienst. Hoe ga je daarmee om? (1 pt)

 
 
 

Vraag 1 van 15